Voor problemen op het gebied van taal, spraak, gehoor, adem, stem, mondgedrag, eten en drinken, lezen en schrijven ben je bij een logopedist op de juiste plek. Over het algemeen duren de logopedische behandelingen 25 minuten per week. Maar in die tijd lossen we de problemen vaak niet op. Daarom is het belangrijk om ook thuis te oefenen en het geleerde in de praktijk toe te passen. Hoe kun je dit nu op een handige manier doen?
Een ritueel dat elke morgen terugkeert, is het aankleden. Dan is het handig om gelijk met taal te starten. ‘Vandaag wordt het een koude dag en je hebt vandaag gym. Wat is handig om dan aan te trekken?’ Zo leert een kind meedenken over het uitkiezen van kleding en zinnen te vormen: ‘Als het koud is, kan ik het beste een dikke trui aandoen’. “Als je gym hebt kunnen we iets aantrekken wat makkelijk aan en uit gaat, want je moet jezelf omkleden”. Laat een kind ook de lichaamsdelen benoemen.
Bovendien kan een kind bij het tafeldekken meehelpen en gelijk met taal oefenen. ‘Hoeveel borden moet ik meenemen als papa, mama, Jacqueline, Marco en jij samen eten?’ Of mama of papa geven een oefening voor het vergroten van het taalbegrip: “Neem maar 2 lepels, een mes en een beker mee”.
Daarnaast kun je oefenen met de term ‘bestek’: bij het eten van brood heb je geen lepel nodig, maar wel als je de suiker in de thee wilt doorroeren. “Waar is een vork voor nodig?” en “wat kun je met een mes?”. Onderweg naar school kom je vaak verschillende vervoersmiddelen tegen die jullie kunnen benoemen. Een andere mogelijkheid is het spelen van het spelletje: ‘Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet’. Hierbij oefen je de kleuren en voorwerpen. Bij kleuters kun je ook de richtingen ‘links’ en ‘rechts’ meenemen in dit spel.
Voorlezen is een essentieel onderdeel in de bevordering van de taalontwikkeling en het vergroten van het leesplezier van kinderen. Daarbij gaat het niet alleen om het lezen zelf, maar ook om het praten over het boek. Voor je een boek gaat lezen, bekijk je met elkaar het boek en bespreek je waar het boek over zou kunnen gaan.
Tijdens het lezen is het goed om te checken of de kinderen alle woorden begrijpen. Onbekende woorden kunnen met een voorbeeld worden uitgelegd of laat het woord via een afbeelding via google zien, zo blijft het nieuwe woord beter “hangen”. Na het lezen van het verhaal kun je met de kinderen bespreken of hun voorspelling over het boek klopte. Daarnaast mogen de kinderen vertellen wat het probleem was in het verhaal, hoe het werd opgelost en wie de belangrijkste personen waren.
En als je nu geen taalbehandeling volgt, maar een behandeling voor het aanleren van een correcte slik? We beginnen dan vaak met het plaatsen van de tongpunt op het juiste plekje in je mond zoals dit door de logopedist is aangegeven. Dit kan een kind oefenen tijdens een moment waarop hij of zij bijvoorbeeld luistert naar het voorlezen of tijdens het kijken van een filmpje. Daarbij kan gelijk de lipsluiting getraind worden. Het klakken kun je oefenen tijdens een douchebeurt of onderweg naar school. Eten en drinken doen we elke dag een paar keer. Zo zijn er genoeg momenten te kiezen om stil te staan bij het oefenen met de juiste slik.
Als er meerdere kinderen uit een gezin dezelfde klachten hebben, kan het motiverend werken om samen te oefenen.
Toch liever op locatie aan de slag. De spraakfabriek is aanwezig op de volgende locaties:
